*

Gouden jaren voor geheime dienst en zedenpolitie. Een wonderpil voor de ouderwetse macht. Maak het terrorisme zo groot mogelijk en je kunt wetten veranderen, controleposten oprichten, tegenstanders monddood maken, kortom doen wat je altijd graag had gedaan. Breng steeds groter hoeveelheden kinderporno aan het licht en je krijgt er honderd agenten bij die vervolgens niets anders doen dan kinderporno aan het licht brengen waarna er weer duizend agenten extra nodig zijn. De kinderporno vult de wereld met agenten en zedenmeesters. Het terrorisme houdt de wereldpolitie aan de macht.

bron: Gerrit Komrij (dichter, schrijver); 'Gouden woorden'; NRC Handelsblad; 5 augustus 2004

*

''Pedofilie betekent toch niet automatisch dat je elkaar vermoordt? Je moet met dit soort dingen uitkijken dat allerlei taboes weer niet gaan toeslaan. Het wordt allemaal zwaar overdreven. Maar dat is een eigenschap van de Nederlanders. Soms is het kind zelf uit op het seksueel contact met ouderen. Ga dat in vredesnaam niet afschermen. Wat is er mooier dan die geslachtelijke nieuwsgierigheid? Het is niet meer de dader zelf die wordt aangepakt, maar een hele groep mensen. Je mag bij wijze van spreken nog in je handen wrijven dat zo'n Dutroux bijvoorbeeld nog geen jongetje heeft vermoord. Want dan hadden de homoseksuelen weer onder uit de zak gehad.''

''Het is gek dat het om dezelfde mensen gaat als de genen die geen kritiek op het programma van Menno Buch. Zo'n man zou door de minister van volksgezondheid aan de hoogste boom moeten worden opgeknoopt. Er wringt iets: je zou zeggen, als de ouders seksualiteit zo verschrikkelijk vinden, dan kunnen kinderen er niet vroeg genoeg achter komen hoe verschrikkelijk het is. Ach, er moet een zondebok worden gevonden. Maar al sinds de vroegste oudheid hebben jonge mensen aandacht gehad voor oudere. Die erotische ervaringen kunnen heel waardevol zijn. Kijk maar eens hoe je eigen voorland was. Een dichter als Jan Hanlo heeft destijds een Marokkaantje onder zijn hoede genomen. Uit de biografie van Hans Renders blijkt dat die man, die nu op leeftijd is, daar de tederste herinneringen aan bewaart.''

bron: Gerrit Komrij; uit de column 'Nederlanders hebben geen humor'; Wegener Dagbladen; 27 augustus 1999

*

Er was iets ernstigers: onbeschaamd kwam bij deze affaire [de Bolderkaraffaire] naar boven hoe definitief het hulpverlenersvolkje er, met het oog op de gewenste subsidiecenten, voor heeft gekozen te heulen met de politie en het gezonde volksgevoel. Afgelopen is het in hun kringen met de mooie praatjes over de zwakkeren in de samenleving en over het verneuken van het systeem, over de seksuele vrijheid en de bescherming van de privé-sfeer. Het zijn nooit anders dan praatjes geweest. [...]

Niet de wereld is seksueel agressiever geworden, zij [de hulpverleners] zijn het die met hun hameren op het verband tussen seksualiteit en agressie - een stokoud stofnest opgepoetst - de markt hebben aangeboord waarop ons schuldgevoel over het genot moet worden afgekocht. We zijn niet van de ene dag op de andere beestachtiger geworden dan we al waren. We volgen alleen met meer gulzigheid de oude beestenvangers in hun nieuwe publiciteitsjasje. De duistere jaren van de seksualiteit zijn ingetreden. [...]

Aids doodt, maar deze jacht op alles wat voor seksueel wangedrag zou kunnen worden aangezien, deze bestempeling van ieder onschuldig genot als criminaliteit, deze verziekte nageboorte van het feminisme, maakt levend dood.

bron: Artikel 'Het kleuterdagverblijf' door Gerrit Komrij; Uit zijn boek 'Met het bloed dat drukinkt heet'; Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam; 1991

*

De Canal Parade is 'een schriele geest in een gezond lichaam: de sportschool dient de polonaise. Het past prima in Nederland Pretpark. Net als de Paralympics kan je er zo veel mogelijk benadrukken anders te zijn.' [Gerrit] Komrij: 'De Gay Krant schreef dat Plasterk met zijn boot in één dag meer had bereikt dan wij in jaren: wéér likken naar de sterren! Ik ervaar de Gay Parade als afwezigheid van elk kwetsbaar, tegendraads element. De verburgerlijking van het antiburgerlijke.' 'Ik dank iedere dag vijftien minuten voor het beeld van Shakespeare dat ik niet zo ben geworden. Als geen homo nog wat zinnigs te zeggen heeft, kan het woord in de prullenbak, Ik wil er niet bijhoren. Gerard van het Reve beschreef een groep vrouwen die in de Hema taartjes zaten te eten en zei 'dáárom homo te zijn geworden'.' Komrij: 'Nu zie ik het omgekeerde en dat is reden om géén homo te zijn. Ik weet niet als ik nu vier was, of ik er nog aan zou beginnen. En wat willen de mensen: tolerantie? Ik ben er niet gerust op. China gedoogt de gehandicapten officieel, maar na het rolstoelenfeest zijn ze weer ongewenst. Er zwaait wat voor homoseksuelen als ze niet langer aan de eis van knuffelbaarheid voldoen.'

bron: Artikel 'Lezing Komrij was een juweeltje' door Erik Feenstra; Betreft Mosse-lezing; gay.blog.nl/politiek_emancipatie/ 2008/09/18/lezing-komrij- was-een-juweeltje; Gay.blog.nl; 18 september 2008

*

Democratie hoort regering en volksvertegenwoordiging voldoende ruimte te bieden om onheil te voorkomen, ook al wenst het volk dat onheil; om impopulaire maatregelen te nemen, als die op langere termijn voor het volk voordeliger zouden uitwerken; om niet voortdurend de clown te hoeven spelen en de gelukzalige idioot, maar voldoende tijd over te houden voor een goed boek, culturele verdieping of bijscholingscursussen. [...] De politieke partijen zijn op elkaar gaan lijken. En als het onderscheid tussen de partijen vervaagt zal een politicus ineens het hele volk moeten gaan behagen, vooral als hij als partijlid ook nog eens wil promoveren en minister wil worden. [...] De media en de gelijkgeschakelde partijen stimuleren wederzijds de hoogst gewenste schaalvergroting. Elk streven is gericht op de zo groot mogelijke groep. Bij de partijen, de omroepen, de organisatoren van evenementen. Daaruit volgt met ijzeren logica dat steeds meer minderheden in het gedrang komen. En dat we steeds meer aansturen op één partij. [...] Sinds wanneer is het volk geen monster meer? De politieke partijen, de kranten, de schrijvers, ze doen allemaal of hun neus bloedt. Het volk heeft gelijk. Er wordt te weinig naar het volk geluisterd. Het volk mort. Het volk mort terecht. We moeten het volk bereiken. We moeten meer volk bereiken. Wie bepaalt wat goed is? Het volk. Wie bepaalt wat mooi is? Het volk. [...] Van populisme bij klein-links kan men koud noch warm worden. Maar het populisme in de VVD is verreweg het meest fatale verschijnsel na de Tweede Wereldoorlog. Een volkse kongsie is er in die partij altijd geweest. Maar ze was nooit het hele liberalisme. [...] De partijen die tussen de sjablonen van rechts en links in hangen voelen begrijpelijkerwijs de adem van extreem-rechts en het nieuwe volksfascisme het heetst in hun nek. Traditioneel zijn ze anti-populistisch en toch zien ze hun aanhang wegzwemmen naar het Vlaams Belang en naar de Groep Wilders. [...] De traditionele dam tussen wijs bestuur en volkswil van de korte termijn is grondig verbrokkeld: de dam van de instituten, de verenigingen, de universiteiten, de onafhankelijke pers. [...] De hele dag door wordt er tot in de meest verborgen hoekjes van, zeg maar, voetbalverslaggevers en televisierecensenten, gesmaald op elite, kwaliteit, minderheden, fatsoen. Bij de lezer zou het licht iedere keer op rood moeten springen, maar het blijft op groen staan. [...] Politici kunnen geen lessen trekken uit de geschiedenis. De geschiedenis is immers afgeschaft. Het beest in het volk ligt altijd op de loer. De volksmond heeft altijd honger. Er is slechts een politicus voor nodig om het beest ergens op af te sturen. [...] De nieuwste lichting volksmenners verspreidt steeds meer angst, want angst boeit en bindt het volk. Angst baart ook vijanden. [...] Maar de leiders wijzen de verkeerde vijanden aan. Ze zoeken de vijanden van buiten, de vreemdeling. Ze zien vlijtig de vijand in ons midden over het hoofd. De vijand binnenin, de gewone man, de naakte en fatale aap in ons.

[De definitie die Komrij in zijn stuk geeft van het woord 'populisme':] Populisme komt neer op het opvrijen van de massa om er beter van te worden. Populisme komt neer op het lippendienst bewijzen aan de gewone man zonder onderscheid te maken tussen domme, slimme, hardwerkende, luie, rancuneuze, tolerante, humane en debiele gewone mannen. Populisme komt neer op totale minachting voor de gewone man. Populisme is een schijnvertoning. Populisme is wat ik het meest haat van al. Met een haat die me mens laat voelen.

bron: Essay 'Sinds wanneer is het volk geen monster meer? - De omhelzing van het populisme' door Gerrit Komrij; Komrij sprak op 21 juni 2005 deze openingsrede van de SLAA-serie 'Over grenzen' uit in de Balie te Amsterdam; Vrij Nederland nummer 27-28; 9 juli 2005

*

Al in november '85 is het immers [Gerrit] Mik die tegen de afspraken binnen de toenmalige D66-fractie in, verklaart een warm tegenstander te zijn van erotiek tussen jong en oud. Is het de psychiatrische neiging tot een dwangmatig en kloekmatig afschermen van de eigen broodwinning die Mik dreef en drijft? In ieder geval is zijn benoeming als kinderpsychiater-Oude Pekela ingegeven door de drang om op heel subtiele wijze de publieke agenda van zeer gekleurd voer te voorzien. Beter ware het geweest om een psychiater naar de Groninger veengronden te sturen, die minder behept is met een dosis moralistische vooringenomenheid ten aanzien van kinderseks dan Gerrit Mik. Helemaal toevallig zal diens benoeming in deze zaak dan ook wel niet zijn geweest. [...] Het gaat om ontucht, daders en slachtoffers, praktijken en psychische schade. Hoewel nog geen enkele wetenschappelijke publicatie de psychische schade van vrijwillig aangegane (seksuele) relaties tussen jong en oud heeft aangetoond (integendeel, wetenschappelijk materiaal rept alleen van de schadelijke werking van de politie-verhoormolen) stellen politierechercheurs psychische schade vast. Daarmee is natuurlijk het bedje van de hulpverlening alvast voorverwarmd. Duidelijk is ook dat de politie nogal buiten haar boekje gaat. Afsluitend, hoewel sommige 'slachtoffers' een nogal lange periode bij de 'daders' over de vloer kwamen, wil de politie 'nog niet zeggen wat er met de kinderen is gebeurd. Maar het is meer dan een oppervlakkig gebeuren' (Parool 24-8 en NOS-journaal van dezelfde datum). Gingen de afgelopen decennia steeds opnieuw discussies voor de puriteinen verloren: abortus, anti-conceptiva, homoseksualiteit; kinderporno is een issue geworden waarmee grote delen van het (onwetende) publiek zich kunnen identificeren. Het is goed garen spinnen voor fatsoensrakker [Bert] Dorenbos [EO], maar ook media als de VARA, het Parool en Vrij Nederland gunnen zich nauwelijks tijd om de kwijl langs hun criminaliserende mondjes te laten opdrogen.

bron: Naam artikel onbekend; Auteur: Gerrit Komrij; Homologie 6/88; juni 1988

*

Sexuele spelletjes met kinderen. Plassertje kijken en voor de grotere jongens plassertje trekken. Collectief sexueel bezig zijn. De borsten van vrouwen strelen. Aan de piemels van mannen zuigen. Gedwongen een trio'tje te spelen. Anaal benaderd. Anale verkrachting. Zweepslagen. Meegeweest. Misbruikt. De piemel van een man strelen. Die piemel werd steeds dikker en op het laatst kwam er een plasje uit. In incesttherapieën heb je tegenwoordig van die poppetjes met een kutje erop. Nee, geen woord over dat Oude Pekela. Geen woord ook over die kinderpsychiater, zowel professor als doctor zijnde en derhalve waarschijnlijk een volwassen man, die van plassertjes, piemels en bezig zijn rept. Er is hier nog iets anders gaande waar je verstand bij stil staat. En dat is dat al de zinnen uit bovenstaande alinea, expressies verbis, voorkwamen in een artikel waarmee de Volkskrant op de voorpagina opende. [...] Wie had dat, nog geen twintig jaar geleden, kunnen denken? Dat verhalen die toen haast te pikant voor Gandalf en Candy waren nog eens de plaats zouden innemen van pauselijke vermaningen, wereldrampen en vakbondsnieuws? Wie had dat vijftien jaar geleden, tien jaar geleden durven denken? Eerst werd het aarzelend geslachtsgemeenschap, toen kreeg men er onder het boe-geroep van televisiekijkers naaien door en via (sorry, het is de achterpagina maar) neuken marcheerde alles wat anaal bepiemeld of in trio'tjes getrokken kon worden op naar de enige maagdelijke en kuise plek in de media die we nog over hadden, nadat de radio, de televisie en bijna de hele verdere krant al door de knieën waren gegaan: de bovenste helft van de eerste krantebladzij. Dat een vrijelijk erotisch taalgebruik, tot ferme schuttingtaal toe, en de onverhulde (zij het in dit geval ietwat zweterige) aanduiding van sexuele onderdelen en dito toepassingen nu de allerhoogste ladder van de informatie-society hebben bereikt, het lijkt wel de enige verworvenheid van de sexuele revolutie. Zo extreem als de taal is opgerukt, zo weinig is er metterdaad bereikt. De sexualiteit zit opnieuw in het alkoof. Het moet een bitter gelag zijn voor alle welmenende hervormers van de laatste twintig jaar. De zedenpolitie en Yvonne Keuls-achtige typen spoken weer volop rond, zonder tegenwerking of hoorbaar protest. De jongste generaties lijken me, wat hun sexuele pre-occupaties betreft, gedesoriënteerder en meer in de war dan ooit. Nee, de prijs die we nu voor de sexuele revolutie betalen is te hoog.

bron: Gerrit Komrij (schrijver en dichter) in zijn artikel 'Een en ander'; NRC; 10 februari 1988

*

'Heteroseksuelen? Hun problemen interesseren me niet. Die zijn zo flets en saai! Ik zou überhaupt niet weten wat een heteroseksueel voor problemen had. Hun eerste problemen moet ik nog ontdekken, behalve dat ze in de knoop zitten met hun homoseksualiteit, waar ze al hun fraaie eigenschappen aan te danken hebben.'

bron: Citaat van Gerrit Komrij (schrijver en dichter); afkomstig uit 'De buitenkant, een abecedarium'; 1995; citaat uit 1982